Wereldwijd werken is voor steeds meer bedrijven en organisatie een ‘must’. Niet alleen omdat het geld in of door het buitenland wordt verdient, maar ook omdat medewerkers hechten aan het zich kunnen ontplooien in een internationale omgeving. Het opdoen van ervaring met een project in Tanzania of India is leerzaam, avontuurlijk en geeft voldoening. Steeds meer organisaties kiezen er daarom voor om een percentage van de omzet of uren inzet van medewerkers aan internationale, maatschappelijk verantwoord, projecten te besteden, voor zover dat niet al tot de kerntaken van de onderneming of organisatie wordt gerekend.

Goede bedoelingen pakken anders uit

Toch is niet alle internationale projectervaring op voorhand positief. De verwachtingen zijn vaak hoog gespannen maar kunnen vies tegenvallen door de weerbarstige praktijk in deze landen. De lokale context, normen en waarden, en de manier van werken en communiceren zijn vaak niet geschikt om ‘copy & paste’ de beproefde Nederlandse, methodes toe te passen . Daar sta je met alle goede bedoelingen terwijl je counterparts in een organisatie zijn vervangen en de nieuwe gesprekspartners zich niet gecommitteerd voelen aan de samenwerkings-overeenkomst. Of je plant een bezoek van een week en de eerste dagen komt er geen enkele afspraak tot stand, en je gaat onbevredigd huiswaarts. Om teleurstellingen te voorkomen is het daarom zinvol om een gerichte training te volgen in het omgaan met internationaal project management en cultuurverschillen.

Doelgericht op lokaal niveau

Sandra Redeker van Het Waterlaboratorium in Haarlem volgde dit voorjaar de training Wereldwijd Werken aan Water van Stichting Wateropleidingen, speciaal voor professionals in de watersector. Juist deze sector is over de hele wereld actief in drinkwater en watermanagement projecten. Zij nam deel omdat ze betrokken is bij de implementatie van een project gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de metingen van het drinkwater uit het Victoriameer in Tanzania.  Ze besefte dat ze in een geheel nieuwe wereld stapte en wilde meer beslagen ten ijs komen. Haar leidinggevende tipte haar over deze training. Aan haar enkele vragen over hoe ze de training heeft ervaren.

Wat is de belangrijkste eye-opener is geweest van de training? 

Sandra: “Ik heb me nooit gerealiseerd dat cultuurverschillen ongemerkt zo ingebakken zijn. Met name ook de bewustwording van de sociale en politieke context en de effecten daarvan voor de samenwerking.”

Wat heeft de training  jou opgeleverd?

Sandra: “Intuïtief heb ik verschillende zaken al goed aangepakt. De training heeft dat bevestigd en dat geeft mij meer zelfvertrouwen. Ook kan ik nu een meer doordachte aanpak kiezen, of het nu om het maken van afspraken gaat of het uitwisselen van presentjes. Ik ben vooral blij dat ik beter weet wat ik kan toevoegen aan de lokale situatie.”

Wat ga je voortaan anders doen? Wat zijn jouw ‘lessons learned’?

Sandra: “Ik ga meer lobbyen en invloed uitoefenen op belangrijke besluitvormers om het doel van het project te bereiken. Zo heb ik enkele acties in petto die er hopelijk voor zorgen dat de verantwoordelijke lokale manager het project belangrijker gaat vinden en het zich meer gaat toe-eigenen. Ook ga ik meer indirecte vragen stellen om met een omweg naar de kern te gaan en waardoor ik mijn Tanzaniaanse gesprekspartners in staat stel om met eigen oplossingen komen.”